Redelijk loon bij een overeenkomst van opdracht

26 september 2024 – Redelijk loon bij een overeenkomst van opdracht

In de praktijk komt het regelmatig voor dat professionele partijen zaken met elkaar doen, zonder dat duidelijke afspraken over de vergoeding zijn gemaakt. Dat gaat vaak goed, maar als er eenmaal discussie ontstaat, blijken de (financiële) belangen nogal eens heel groot te zijn.

Voor wat betreft de overeenkomst van opdracht – waarvan veelal sprake is in de zakelijke dienstverlening – is in de wet een speciale regel geformuleerd. Indien de overeenkomst door de opdrachtnemer in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf is aangegaan, is de opdrachtgever hem loon verschuldigd, zo staat vermeld in artikel 7:405 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Simpeler verwoord: als er gewerkt is, moet er betaald worden. Voor de volledigheid: de term “loon” moet ruim worden opgevat; het kan gaan om allerlei soorten vergoedingen.

Vervolgens: als blijkt DAT loon is verschuldigd, maar er niets is afgesproken over de hoogte van het loon, is de opdrachtgever het op de gebruikelijke wijze berekende loon of, bij gebreke daarvan, een redelijk loon verschuldigd. Aldus artikel 7:405 lid 2 BW.

Over dit onderwerp wordt regelmatig geprocedeerd. Hoewel ik er doorgaans naar streef buiten de rechter om tot een (praktische) oplossing te komen voor mijn cliënt, werd een ondernemers-client van mij een tijdje geleden betrokken in een procedure, waarbij artikel 7:405 BW een “hoofdrol” speelde. Omdat de betreffende kantonrechter artikel 7:405 BW in het voordeel van mijn cliënt uitlegde, is mijn cliënt uiteindelijk in het gelijk gesteld.

Bij vragen hierover ben ik uiteraard bereikbaar, telefonisch of per e-mail.

Erwin van Os

Markt 13
3961 BC  WIJK BIJ DUURSTEDE
 
T  0343-59 16 66
F  084-87 07 779
M  06-10 50 5057
 
E info@erwinvanos-advocatuur.nl
I  www.erwinvanos-advocatuur.nl